Een paar dagen geleden gebeurde mij iets wat impact op me heeft gemaakt. En hoewel het hier meer op een column begint te lijken dan een blog, wilde ik dit toch graag even met jullie delen. Afgelopen week op kantoor filmden we een hilarische (al zeg ik het zelf) TikTok waarbij een van ons op de ander haar rug moest staan in onze gave plussize badjassen. Lotte op mijn rug leek mij prima, maar ik op Lotte’s rug was voor mij ondenkbaar. Lotte weet van mij dat ik een angst heb voor alles wat met optillen te maken heeft en voordat ik ergens over na kon denken zat Lotte al op haar knieën - ready to go.
Deze angst voor optillen draag ik al mijn leven lang met mij mee. Op mijn zesde dacht ik al dat ik te zwaar was om op te tillen. Ik herinner me hoe ik als achtjarige het gevoel had te zwaar te zijn om nog bij mijn vader op schoot te kunnen zitten. Hoe ik er in pretparken altijd strategisch voor zorgde dat ik in de splash achterin zat zodat ik bij het omhoog takelen niet met mijn gewicht op mijn vriendjes leunde. Meid, je was tien. I am so sorry.
En daar sta je dan. Op je 33e. Je bestie die je met volle overtuiging zegt dat je echt op hun rug kunt gaan staan. Breken met het narratief dat ik mezelf al sinds mijn zesde vertel. Als test ging ik eerst maar eens zitten op hun rug: met knikkende knietjes en rode vlekken in mijn hals van de stress. Lotte was volkomen unfazed. Ik bedankte hen voor deze overwinning en dacht: oké, gaaf, ik heb aan mijn trauma gewerkt, grote meid, en nu gaan we lekker iets anders verzinnen voor dit stomme filmpje, houdoe. Niet dus.. Een krukje werd gepakt en voordat ik er klaar voor was, zat mevrouw Van Eijk alweer in positie. En daar ging ik. In paniek. Maar ik ging. Eén voet, iets meer gewicht, voet herplaatsen, twijfel, een laatste check met Lotte, twee voeten. Ik stond.
De sfeer was tot nu toe lacherig, maar zodra mijn voeten de grond weer raakten, barstte ik in huilen uit. Ongecontroleerd. Een fysieke reactie, een stukje pijn dat loskwam. Het waren de zesjarige, de tienjarige, de drieëndertigjarige versies van mijzelf die huilden om wat zij gemist hadden. Ik huilde om elke keer dat ik onderaan de menselijke piramide moest, ik huilde om alle hekjes waar ik niet overheen geklommen ben en de fietsen waarop ik niet op de bagagedrager ben gesprongen. Ik huilde om de zeven jaar waarin ik mijn ex-partner niet één keer heb toegestaan mij op te tillen (ook al kon hij het prima). Om alle goeie seks die ik in mijn leven gemist heb omdat ik me druk maakte of de ander het wel aan kon (turns out, mop: they can, haha).
Het is heel normaal om te rouwen om de ervaringen die je jezelf hebt ontzegd uit angst of uit schaamte voor je lichaam. Om te rouwen om tijd die je niet terugkrijgt en ervaringen die je met je lichaam hebt gemist. En er is natuurlijk een heel spectrum aan redenen waarom je rouw kunt ervaren rondom je lichaam. Zelfacceptatie is geen rechte lijn. Het is een proces. Soms lijkt het alsof je al ergens bent, en gaat er ineens een luikje open waarachter nog meer verscholen ligt.
Misschien lees je dit en voel je herkenning. Misschien heb jij ook momenten in je leven waarop jouw lichaam niet kon wat jij wilde dat het deed. Of de angst te groot was om het überhaupt te proberen. Waar het gaat om angst hoop ik dat je, net als ik afgelopen week, de moed kunt vinden om de angst aan te kijken. Laat dit een teken zijn om die eerste stap te zetten, hoe klein ook. En wat betreft het rouwen om wat je gemist hebt: verdriet moet doorvoeld worden. Praat erover en kijk met compassie naar alle versies van jezelf. Geef het ruimte.
Xoxo,
Team House of Lovaeij